In juni 2017 zijn bij de Beatrixsluis in Almere de eerste meters duurzame oeverbeschoeiing geplaatst. De planken voor de beschoeiing zijn gemaakt van het thermoharde composiet van oude plezierboten.

In Flevoland kwam een bijzondere samenwerking tot stand tussen Waterschap Zuiderzeeland, Hogeschool Windesheim, Reimert Bouw en Infrastructuur en CompoWorld. Samen maakten deze organisaties van oude polyester boten damwanden voor oeverbeschoeiing.

Doorgaans zijn dit soort damwanden van tropisch hardhout gemaakt. Door er oude of afgedankte polyester boten voor te gebruiken wordt afval een waardevolle en bruikbare grondstof. En vanwege het gebruik van deze thermoharde composiet hoeven voor de oeverbeschoeiing geen bomen te worden gekapt. Bovendien gaat deze oeverbeschoeiing naar verwachting veel langer mee dan hout.

Miljoenen kilo's afgedankte boten

Al decennia lang belanden miljoenen kilo's afgedankte polyester zeilboten of motorboten op de sloop. Omdat het materiaal zo hard is, is het niet is te recyclen maar onderzoekers van het lectoraat kunststoftechnologie van Windesheim vonden een oplossing om het materiaal te kunnen hergebruiken. Albert ten Busschen van Windesheim zal op het Nationaal Kunststof Congres op 5 april dit proces nader uit de doeken doen.

Zie artikel over oeverbeschoeiing Windesheim