KunststofenRubber.nl

Vind productnieuws in:

Blog 4 - ATEX-richtlijnen: voorkom stofexplosies

29 januari 2016 om 08:29 uur

Werklocaties waar kans is op stofexplosies, moeten sinds 1 juli 2013 voldoen aan de wettelijke ATEX-richtlijnen. Deze veiligheidseisen gelden ook voor feeders wanneer ze explosieve poeders doseren.

Brandbare stoffen

Hoe fijner de poeder, des te makkelijker het brandt. Samen met voldoende zuurstof en een ontstekingsbron vormt dat hét recept voor een explosie. Denk aan een vonkje van twee metalen delen die tegen elkaar komen. Of in een valpijp waar hele fijne poederdeeltjes langs elkaar heen dwarrelen en elkaar statisch laden. Dit risico bestaat onder meer bij pvc- of suikerpoeder.

 

Veilige werkomgeving

Om de veiligheid en de gezondheid van werknemers te waarborgen op locaties met explosiegevaar, is de bedrijfsrichtlijn 1999/92/EG in het leven geroepen. Deze is beter bekend als ATEX 137 (met ingang van 20 april 2016 : ATEX 153). De richtlijn verplicht werkgevers onder meer een risico-inventarisatie te maken en een zoneringsplan op te stellen die inzicht geven in het explosiegevaar per zone. Dat geldt zowel voor de omgeving (uitwendig) waarin de machines staan, als voor de totale proceslijn (inwendig). Dat houdt in dat doseerunits en feeders moeten voldoen aan productrichtlijn 94/9/EG, ofwel ATEX 95 (met ingang van 20 april 2016: 2014/34/EU en ATEX 114).

 

 

Zone-indeling

De wet onderscheidt drie zone-indelingen. Zone 20 kent het grootste risico op stofexplosie. Dit geldt wanneer er meer dan 1.000 uur per jaar een wolk van brandbaar stof aanwezig is. Zone 21 is gemiddeld, hierbij kan een wolk van brandbaar stof tussen de 10 en 1.000 uur per jaar aanwezig zijn. Is dat minder dan 10 uur per jaar, dan geldt het lichtste risico: zone 22. De werkgever bepaalt welke zone van toepassing is. Tussen de inwendige en uitwendige zonering mag maximaal één stap worden overgeslagen.

 

Feeders op maat

Vrijwel alle feeders van Brabender Technologie zijn aan te passen op de zones 20, 21 en 22. Rob van Buitenen weet wat daarvoor nodig is en zal diverse vragen stellen. Zoals:

  • Wat is de inwendige en uitwendige zone?
  • Wat is de minimale ontstekingsenergie van het te doseren product?
  • Wat is de temperatuur binnen de feeder?
  • Op welke temperatuur begint het product te smeulen?
  • Is het product elektrisch geleidend?

Op basis van de antwoorden wordt de feeder aangepast op zaken als: de aandrijving, motorsturing, PTC-thermistorevaluatie-unit en motorbeveiligingsschakelaar, loadcell, klemmenkasten, en diverse mechanische onderdelen. Alles ter eliminatie van mogelijke ontstekingsbronnen.

 

Download hier een presentatie over ATEX 114.

 workshop J.Abbing en N.Kuper.
  

Meer informatie

SPS | Solids Process Solutions weet wat nodig is om feeders aan te passen aan ATEX 114, zodat u
kunt voldoen aan de wettelijke richtlijnen.

t: +31 (0) 33 453 23 22
e: rob@spssolutions.nl

 

 

 

Focus op ...