BP heeft een nieuwe recyclagetechnologie, genaamd BP Infinia, ontwikkeld, die het mogelijk maakt dat momenteel niet-recycleerbaar polyethyleentereftalaat (PET) kunststofafval van stortplaatsen of verbrandingsovens kan worden afgevoerd en in plaats daarvan weer kan worden omgezet in nieuwe grondstoffen.

BP wil 25 miljoen dollar investeren in de bouw van een proeffabriek in de Verenigde Staten. Hier moet de technologie worden getest en bewezen, voordat BP over gaat tot volledige commercialisering.

PET is de meest gebruikte kunststof voor het verpakken van dranken en harde levensmiddelen. Wereldwijd wordt ongeveer 27 miljoen ton PET per jaar gebruikt in deze toepassingen, waarvan het grootste deel - ongeveer 23 miljoen ton - in flessen (bron: Wood MacKenzie Chemicals Data, gebaseerd op verwachtingen voor 2019). Hoewel PET een van de meest gerecyclede soorten plastic is, wordt minder dan zestig procent van de PET die voor flessen wordt gebruikt ingezameld voor recycling en slechts zes procent van het totaal keert terug als nieuwe fles (bron: BP-berekeningen op basis van Wood MacKenzie Chemicals Data).

De rest wordt ofwel 'gedowncycled', waarbij producten één keer worden gerecycled en hergebruikt voordat ze tot afval worden verwerkt, of gestort en verbrand. De BP Infinia-technologie is ontworpen om moeilijk te recyclen PET-kunststofafval - zoals zwarte voedselschalen en gekleurde flessen - om te zetten in gerecyclede grondstoffen die uitwisselbaar zijn met die van traditionele koolwaterstofbronnen. Deze gerecycleerde grondstoffen kunnen vervolgens worden gebruikt om nieuwe PET-verpakkingen te maken die steeds opnieuw kunnen worden gerecycleerd. Dit kan de noodzaak van downcycling verminderen en kan storten en verbranden van kunststofafval tegengaan.