Hogeschool Utrecht werkt mee aan hergebruik windmolens

Geplaatst op 30 juli 2018 om 12:51 uur
Hogeschool Utrecht werkt mee aan hergebruik windmolens
Windenergie heeft de toekomst maar windmolens hebben een beperkte levensduur. En, wat te doen met afgeschreven exemplaren? Studenten technische bedrijfskunde van Hogeschool Utrecht hielpen externe opdrachtgever EES tot een duurzame oplossing te komen.

Tussen nu en 2028 gaat de helft van de windmolens in de Flevopolder tegen de vlakte maar wat moet er met al het afval gebeuren?  Het lectoraat Kunststoftechnologie van Hogeschool Windesheim in Zwolle deed al eens onderzoek naar recycling met thermoharde composiet van plezierboten, zaagde het materiaal in stroken en maakte er vervolgens beschoeiingsplanken van. Er loopt momenteel ook een experiment met een knipper die in het veld wieken van windmolens verkleint waardoor het materiaal vervolgens veel efficiënter te vervoeren is.  

 

Thermoharde composiet

 

Ondernemer Sebastiaan Verheijen van EES (Extreme Eco Solutions) dacht tien jaar geleden al over de kwestie na. In het bericht van de HU zegt hij: "Je ziet soms bladen van windmolens terug als speeltoestellen. Een leuk idee maar een duurzame oplossing is het niet. Het probleem is dat de bladen gemaakt zijn van composiet. Dat kan je alleen bij een zeer hoge temperatuur verbranden en grote afvalverwerkers hebben daarom geen belangstelling voor composiet."  Vermalen in een shredder (of verzagen zoals Windesheim heeft gedaan, red.) en dan hergebruiken kan wel. "Een beetje hars erbij en je kan het materiaal in een mal gieten voor stoeptegels, grafstenen, wasbakken."  Verheijen zag een eindeloze hoeveelheid mogelijkheden voor zich en investeerders had hij ook al op het oog. Om het bedrijfsproces optimaal in te richten kwam hij via Het Groene Brein, een netwerk van wetenschappers, terecht bij Hogeschool Utrecht (HU).

 

Problemen oplossen

 

In eerste instantie ging het vooral om een bedrijfseconomisch en logistiek vraagstuk. Ga je bladen van windmolens ter plekke verwerken of richt je ergens een centrale verwerkingsplaats in? Met die vraag gingen derdejaarsstudenten technische bedrijfskunde aan de slag. Docent en begeleider Dré Struijk: "Er komen niet alleen steeds meer windmolens, er worden er ook steeds meer afgeschreven."
Al gauw werd wet- en regelgeving een essentieel onderdeel van het project. "Je mag niet zomaar overal shredden", weet student Sude Hoogenveen. "Wet- en regelgeving was veel belangrijker dan we in het begin dachten. EES moet aan zó veel regels voldoen. Voor elke plek is onderzoek nodig en dat kost al gauw vijftienduizend euro. Is dat rendabel?" De studenten verzamelden relevante informatie over vergunningen en meldplicht en gaven deze door aan ondernemer Verheijen. Ze becijferden dat het zinvol is ter plekke een shredder te plaatsen als daar acht of meer windmolens tegen de vlakte gaan. Voor Sebastiaan Verheijen was dit zeer nuttige informatie. Een van de plannen is composiet te hergebruiken op de plek waar het vandaan komt. Verheijen: "Het zou prachtig zijn als je de paden tussen de windmolens van hergebruikt materiaal zou kunnen maken."

 
© KunststofenRubber.nl