Krimp voor industriële productie, maar kunststof- en rubberindustrie groeit

Geplaatst op 14 januari 2020 om 10:04 uur
Krimp voor industriële productie, maar kunststof- en rubberindustrie groeit
De Nederlandse industrie heeft een zwaar jaar achter de rug, de productie kromp met één procent door onder andere de wereldwijde handelsspanningen en de malaise in de (Duitse) auto-industrie. De kunststof- en rubberbranche ging juist in tegen die trend: de productie groeide met één procent.
Dat blijkt uit cijfers van ABN AMRO. Ook voor 2020 en 2021 wordt een positieve groei verwacht, van respectievelijk één en drie procent. De branche levert producten aan uiteenlopende sectoren, zoals de auto-industrie en de bouw. Daarnaast is de branche actief in het maken van verpakkingen voor bijvoorbeeld voedsel. Voor sommige rubber- en kunststofproducenten was 2019 een moeilijk jaar vanwege de moeizame industriële productie. De krimp van het volume in de autoindustrie is daar een voorbeeld van. Andere spelers deden juist goede zaken, zoals verpakkingsbedrijven.

Vooral voor partijen uit deze branche die aan de bouw leveren, wordt 2020 een uitdagend jaar. ABN AMRO verwacht namelijk dat de Nederlandse bouwproductie in 2020 met twee procent krimpt, wat leidt tot afnemende vraag naar bijvoorbeeld buizen, folies en kozijnen. Ook voor de transportmiddelenindustrie, een andere belangrijke afzetmarkt, zijn de vooruitzichten niet rooskleurig. De vraag naar verpakkingen blijft wel groeien, mede dankzij de consument, die in 2020 meer te besteden krijgt. Daarnaast groeit de vraag naar plastic verpakkingen door e-commerce en de groeiende vraag naar gemaksvoeding en eenpersoonsmaaltijden.

Duurzaamheid grote uitdaging

Tegelijkertijd liggen plastic verpakkingen onder vuur vanwege de grote maatschappelijke aandacht voor plastic zwerfafval. Indien plastic afval niet op correcte wijze wordt ingezameld, kan het leiden tot vervuiling. Toch bieden plastic verpakkingen belangrijke voordelen. Zo blijft voedsel langer vers, waardoor veel minder voedsel bederft en verloren gaat. Dat scheelt veel CO2-uitstoot. Daarnaast zijn plastic verpakkingen lichter dan bijvoorbeeld glas, wat zorgt voor lager brandstofverbruik bij transport. Bovendien kan plastic afval steeds beter worden gerecycled. Overheden en bedrijven proberen wel (onnodig) gebruik van plastic te beperken. Zo maken supermarkten gebruik van verneveling om groenten en fruit zonder plastic verpakking langer vers te houden. Het kabinet overweegt vanaf 2021 statiegeld op kleine plastic flesjes in te voeren. Ook de Europese Unie zit niet stil. Vanaf 2021 worden onder andere plastic wegwerpbestek, rietjes en wattenstaafjes verboden. Producenten van rubber- en kunststofproducten doen er goed aan na te denken over toekomstige wet- en regelgeving en alvast alleen producten te maken die goed te recyclen zijn. Daarnaast kunnen bioplastics voor bepaalde producten een goede optie zijn.

Stikstofbeleid raakt industrie

De problemen rond het stikstofbeleid kunnen de Nederlandse industrie zowel direct als indirect raken. Direct, omdat het adviescollege Remkes in mei 2020 maatregelen voorstelt om de stikstofuitstoot van de industrie te beperken. Indirect, doordat een krimp van de Nederlandse bouwproductie leidt tot afnemende vraag naar bouwmaterialen, gereedschap en bouwmaterieel - met uitzondering van elektrisch materieel. Met name de bouwmaterialenindustrie en bepaalde machinebouwers worden daardoor geraakt, maar in zekere mate ook producenten van kunststof- en metaalproducten. Uit een enquête in opdracht van ABN AMRO onder bedrijven in de bouw, industrie en transportsector blijkt dat zij voor 2020 als gevolg van stikstof en PFAS een miljardenschade verwachten.
 
© KunststofenRubber.nl