De kracht van een gelaagde aanpak

Geplaatst op 18 mei 2020 om 16:53 uur
De kracht van een gelaagde aanpak
Lantor neemt als producent van ‘non-woven’ laminaten een bijzondere plek in zowel de kabelindustrie, bij de composieten en in ‘construction’. Hun specialiteit? Extra functionaliteit toevoegen in en tussen de lagen van producten. En dan blijkt veel mogelijk.
Auteur: Liam van Koert

Wie Lantor in Veenendaal voor het eerst bezoekt*, krabt zich met de eindbestemming in zicht even achter de oren. Midden in het centrum? Dat kan nooit goed zijn. Toch is het hier waar het bedrijf 60 jaar geleden neerstreek om met de restproducten van de florerende textielindustrie mooie dingen te doen. Die textielindustrie is niet meer. Maar Lantor bewijst met een modern aanpak  ook in een historische setting tot de absolute wereldtop voor wat betreft non-woven laminaatproducten te kunnen behoren.

 

Lego-innovaties

"Zodra iets een ‘commodity' wordt, stappen wij eruit", zegt Ferdi Faas, die onlangs als commercieel directeur is aangenomen om de moderne Lantorvisie verder te verankeren en uit te dragen. "Hoewel we aardig wat volume kunnen draaien en we zelfs ruimte hebben voor groei, zit daar niet onze toegevoegde waarde. Die zit hem in de kennis hoe je nieuwe functionaliteit aan non-woven producten kunt toevoegen. Door verschillende laminaatlagen met verschillende eigenschappen als een soort legobouwstenen slim te combineren,  kun je hele nieuwe producten maken die precies aansluiten bij een bepaalde toepassing. We zijn dan ook te vinden in tal van lichtgewicht composietbouwsels, in de bouw voor bijvoorbeeld speciale dakbedekking, maar ook in tal van speciaalkabels voor bijvoorbeeld onderzee-toepassingen of glasvezel."

Luierpoeder

Marcel ten Pas, die als productmanager van de kabeldivisie enkele innovatieve voorbeelden geeft, begint met een indrukwekkend lijstje van 50+ kabelklanten. Hierin bevinden zich klinkende namen als Prysmian, maar ook Leoni en Lapp. "Het blijft leuk te bedenken dat jouw product Bugatti 's en Maserati's doet rijden, maar ook helpt de stroom van de offshore windparken aan land te krijgen."

Wat voor toegevoegde waarde je op kabelgebied van Lantor mag verwachten? "Een van de producten die we hebben is speciaal voor glasvezel. Hier hebben we ‘bedding' als extra functionaliteit aan ons laminaat - de kabeltape -  weten toe te voegen. Een betere bedding betekent een betere en robuustere geleiding van fotonen. Met ons laminaat doet een glasvezelkabel dus gewoon beter waarvoor hij bedoelt is. En dat is inmiddels in de hele telecomsector wel bekend."

Ook noemt Ten Pas het toevoegen van brandvertragende eigenschappen of het - naast uiteraard sterkte - zorgen voor een waterdicht ‘seal'. Dat laatste doet Lantor door tussen twee lagen een zeer absorberend poeder toe te voegen. En ja, dat is soortgelijk poeder dat in luiers en andere verbanden is terug te vinden."

 
krMomenteel wordt veel geïnvesteerd in uiteenlopende wikkelstations. Een trend is steeds grotere tapelengtesop éen rol voor minder stilstand en verlies. (Foto: Liam van Koert)

Blauw of groen

Een kijkje op de fabrieksvloer nemend, blijken er aardig wat overeenkomsten met de papierindustrie. Raar is dat niet: ook hier is het in eerste instantie zaak om vezels - gerecycled polyester (PET) in dit geval - tot een samenhangende laag te smeden, waarbij zowel op vezeloriëntatie als laagdikte kan worden gestuurd. De luchtvochtigheid is er wel wat hoger. Om de kans op statisch-elektrische effecten te minimaliseren, zo leren we. "Deze drie blauwe machines zijn voor de basisvliezen voor kabeltape. Die groene hierachter voor de andere producten", licht Vincent Gusdorf , die als operations dDirector verantwoordelijk is voor alle productieprocessen bij Lantor, de eerste productiestap toe "In beide typen vezeltoevoersystemen worden ingevoerde vezels opengewerkt en gedoseerd. Vervolgens wordt in de achterliggende lijn het geheel gekamd (‘carding') en gerold tot één nog niet gefixeerd non-woven web."

Gusdorf legt uit dat in de blauwe lijn tot drie verschillende vezeltypen tot één laminaatsoort gecombineerd kunnen worden. De verhouding betreft de oriëntatie van de vezels, namelijk het aantal vezels dat in lengterichting ligt ten opzichte van het aantal vezels dat in breedterichting ligt. Hiermee kan de treksterkte in lengte en breedterichting worden aangepast. Dit loopt van 4:1 tot 12:1.

 

Ook zijn er vezeltypen die juist voor de dikte worden toegevoegd. In een latere stap wordt het geheel gebonden. Ook hier zijn verschillende methoden mogelijk. Lantor gebruikt hier een thermoplastische binder voor. "In totaal maken we hier zo'n twintig productsoorten op deze ‘vezel in, rol uit'-lijnen. Zij vormen de bouwstenen om in de volgende productiehallen, waar alleen nog maar ‘rol in, rol uit'-processen plaatsvinden, de laminaten te combineren en snijden tot een uniek eindproduct."

 

Jumbospoelen

De weg wordt vervolgd naar een lijn in hal 2, waar volgens Lantor de echte innovaties plaatsvinden. Er bevinden zich grote invoersystemen waar grote rollen vlies via tal van bufferrollen - het productieproces is continue maar de rollen moeten zo nu en dan gewisseld - bij een poederstation belanden. Hier wordt een zeer absorberend polymeerpoeder over het vlies gestrooid, dat daarna met een andere vlieslaag wordt afgedekt, om vervolgens onder druk een verwarmingsstation in te gaan waar de thermoplastische binder wordt gereactiveerd voor een goede hechting van beide lagen.

 

Eenmaal klaar wordt het meerlaags vochtbestendige systeem op een rol gewikkeld, die geschikt is voor de verdere versnijding tot kabeltape. Gusdorf: "Luierpoeder - want dat is het feitelijk - is maar één van de vele toevoegingen die we hier kunnen aanbrengen. Wanneer we bovendien alle laminaattypen en combinaties tellen, maken we hier enkele honderden producten."

Door naar het nieuwste deel van de productie, waar verder snijden tot kabeltape en het omwikkelen volgens de specificaties van de kabelfabrikant plaatsvind. Bijzonder is de nieuwe Jumbospoel die Lantor steeds meer klanten aanbied. Gusdorf: "Hoewel nog niet alle machines van klanten er klaar voor zijn, zie je een duidelijke verschuiving naar grotere spoelen met grotere tapelengtes. De reden hiervoor is dat ook kabelproductie een continu-proces is en klanten zo min mogelijk van rol willen wisselen. Dit betekent namelijk minder stilstand, maar ook minder verliezen."

 

Automatisering

Daar waar in hal 2 machines van 20 tot 50 jaar oud nog steeds hun werk doen en hal 3 vooral nieuwe machines lijkt te huisvesten, dringt zich tot slot een vraag op met betrekking tot automatisering in onderhoud. Want in hoeverre is het voor Lantor belangrijk zich met zaken als industrie 4.0 en robotisering bezig te houden? Gusdorf: "We zitten midden in een traject waarin we van reactief richting preventief onderhoud verschuiven. Dus waar we vroeger pas gingen sleutelen bij een storing, proberen we dat nu beter te plannen. Hierbij kijken we steeds vaker ook naar sensordata in de hoop hier in de toekomst ook voorspellend mee om te kunnen gaan.

 

"Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Een machine telt al gauw 100 tot 200 sensoren. Dat loggen en correleren tot een betrouwbaar model is een behoorlijke klus die je niet zomaar geklaard hebt. Voor wat betref robotisering is dat vooral interessant voor het opwikkel- en verpakkingproces waar veel rollen van hand tot hand gaan. Maar wil je dat doen dan moet ook de kwaliteitscontrole in de voorliggende processen automatisch verlopen. Nu hebben we zeker op kabeltape-gebied visionsystemen waarmee markers aan webfouten worden meegegeven, maar een deel is en blijft  een ambacht. Gelukkig hebben we voldoende kundige mensen die dit - desnoods in een extra ploegendienst - de kabeltape in goede banen kunnen leiden."

*Dit artikel is geschreven voor het uitbreken van de coronacrisis.

 
© KunststofenRubber.nl