Audi en KIT gaan kunststoffen automotive recyclen

Veel auto-onderdelen wordt gemaakt van kunststof en moeten voldoen aan hoge eisen op het gebied van veiligheid, hittebestendigheid en kwaliteit. Tot op heden worden hiervoor materialen op basis van aardolie gebruikt, die in de meeste gevallen niet recyclebaar zijn.

Waar gelijke types kunststof vaak mechanisch gerecycled kunnen worden, vormt de recycling van gemengd kunststofafval een uitdaging. Daarom starten Audi en de Think Tank van KIT het proefproject 'Chemical Recycling of Plastics from Automotive Engineering' om dergelijke gemende plasticfracties terug te leiden naar een grondstofbesparende cyclus.

"We willen slimme circulaire systemen opzetten in onze toeleveringsketens en efficiënt gebruik maken van middelen", zegt Marco Philippi, Senior Director Procurement Strategy. "Chemische recycling heeft hier een groot potentieel voor: Als plastic onderdelen kunnen worden geproduceerd uit pyrolyse-olie in plaats van uit aardolie, zou het mogelijk zijn om het aandeel van duurzaam geproduceerde onderdelen in auto's aanzienlijk te vergroten. Op de lange termijn kan deze methode ook een rol spelen bij de recycling van afgedankte voertuigen."

In samenwerking met het KIT wil Audi in eerste instantie de technische haalbaarheid van chemische recyclage testen en de methode evalueren op haar economische en milieu-impact. Deze evaluaties worden bij het KIT uitgevoerd. Hiervoor levert het bedrijf plastic onderdelen die niet meer nodig zijn, zoals brandstoftanks, wielonderdelen en radiatorroosters, van Audi-modellen die terugkomen uit het Duitse dealernetwerk. Deze kunststof onderdelen worden door middel van chemische recycling verwerkt tot pyrolyse-olie. De kwaliteit van deze olie komt overeen met die van aardolieproducten en de materialen die ervan worden gemaakt zijn even hoogwaardig als nieuwe. Op middellange termijn kunnen componenten uit pyrolyse-olie weer in auto's worden gebruikt.  

Tot nu toe is chemische recycling de enige methode die kan worden gebruikt om dergelijk gemengd kunststofafval om te zetten in producten die de kwaliteit van nieuwe producten evenaren. Hierdoor kan een breder scala aan kunststoffen worden teruggewonnen. Dergelijke gesloten materiaallussen hebben verschillende voordelen. Ze worden er waardevolle grondstoffen bespaard omdat er minder primair materiaal nodig is. Dit bespaart op zijn beurt energie en kosten - en is gunstig voor het milieu. Audi is een van de eerste autofabrikanten die deze recyclingmethode heeft getest in een proefproject met kunststoffen uit de autoproductie. "Het recyclen van autokunststoffen is voor veel onderdelen tot nu toe niet mogelijk geweest. Daarom doen we hier samen met Audi pionierswerk", zegt professor Dieter Stapf, hoofd van het Instituut voor Technische Chemie van het KIT. "Als we deze lussen willen sluiten, moeten we daarvoor geschikte methoden ontwikkelen."

Audi kiest er ook voor om meer secundaire materialen in zijn modellen te verwerken. Zo koos het bedrijf er eerder dit jaar al voor om PET te gebruiken in het interieur van de Audi A3.